In de studio met Steven Wilson en Paul Stacey

Keuvelen over coproductie To The Bone

Muzieknieuws 22-09-2017 07:09

De Britse multi-instrumentalist en studiogoeroe Steven Wilson werkte voor zijn nieuwe soloalbum To The Bone voor het eerst met een coproducer. En dat was niet de minste: Paul Stacey, vooral bekend van zijn studiowerk voor Oasis en The Black Crowes. Wilsons vijfde soloalbum, de alternatieve popplaat To The Bone, was voor beide heren hun eerste coproductie. Hoe verliep deze? Lees het volledige studioverhaal over Steven Wilson/To The Bone in Musicmaker #449, oktober 2017. Een preview in dit artikel op Musicmaker.nl!

'Het mooie van mijn solocarrière is dat ik met andere muzikanten kan werken, verschillende producers kan inhuren en van studio kan veranderen wanneer ik maar wil', aldus Steven Wilson. De Britse multigetalenteerde muzikant en zanger is bekend geworden met de progressieve rockact Porcupine Tree. Hij zette die band in 2010 echter in de parkeerstand om zijn solocarrière gestaag uit te bouwen. Na vier succesvolle soloalbums met uiteenlopende progressieve rockinvloeden vond hij het tijd voor iets anders. To The Bone, zoals zijn vijfde soloplaat heet, is een alternatieve popplaat geworden, maar wel met een heel duidelijke Wilson-signatuur.

AMBITIEUS ROCKALBUM
Steven, die normaliter zelf alle touwtjes in handen houdt, werkte voor To The Bone voor het eerst met een coproducer. 'Deze keer heb ik met een co-producer gewerkt die me dwong om mijn grenzen op te zoeken en te overschrijden’, verklaart hij in het uitgebreide studioverslag dat in Musicmaker 449 is gepubliceerd.

Die compaan is Paul Stacey, een Britse studioveteraan die zijn sporen heeft verdiend met onder andere Oasis, The Black Crowes en The Kooks. Hij is echter ook een begenadigd gitarist, zoals te horen op Madonna’s album Music en in het nummer Refuge, dat op To The Bone staat.
‘Paul is me door de jaren heen door meerdere mensen aangeraden', vertelt Steven. Hij is iemand die normaliter in een ander werkveld actief is dan ik, maar tijdens onze eerste ontmoeting bleek dat we van dezelfde muziek houden. Hij wil vooral grootse, ambitieuze rockalbums maken, en dat is precies wat ik deze keer ook wilde: een ambitieus maar toegankelijk album. Kate Bush’ Hounds Of Love, Tear For Fears’ The Seeds Of Love, Peter Gabriels So, Depeche Mode’s Violator en diverse Prince-albums waren enkele referenties.’


Wat Don't Give Up is voor Peter Gabriels soloalbum So, is Pariah voor To The Bone: een fraai man-vrouwduet

SOUND EN SFEER
'Als producer moet je ondersteunen en elementen aan het geheel kunnen toevoegen die nog ontbreken', legt Paul uit. 'Steven doet al jarenlang alles zelf en ik produceer mijn platen ook al decennia alleen. Een coproductie was dus nieuw voor ons beide. We hadden meerdere gesprekken nodig om mijn rol te bepalen. Wilson zei van tevoren dat hij het album zelf wilde mixen, iets wat ik normaliter zelf doe. De arrangementen van de liedjes lagen ook al helemaal vast. Ik heb Steven uiteindelijk dus vooral geholpen met het creëren van de juiste sound en sfeer. Onder meer door de juiste gear aan te raden. Daarnaast was ik opname-engineer. Dat werkte goed. Ik hoop tenminste dat Steven er net zo over denkt. Ik verwacht van wel, want we hebben veel gelachen, ook door elkaar veel in de zeik te nemen.’

'PUSSY FUCKEN'
De twee koppige heren konden soms lekker wedijveren.
Steven: 'Paul heeft een zeer sterke mening, soms tot op het beledigende af. Maar ik kan net zo direct uit de hoek komen. We voelden ons dus niet door elkaar aangevallen. Soms zei Paul gewoon: "Doe dat nog maar een keer, want je speelde als een slappe zak." Het is belangrijk dat muzikanten en producers zo ongefilterd tegen elkaar kunnen zijn. Ik zit zelf in ieder geval niet te wachten op mensen die om mijn ego heen staan te dansen. Eerlijkheid werkt het beste. En daarvoor ben je bij Paul aan het goede adres.'


Producer Paul Stacey (links) neemt geen blad voor de mond en dat is soms raar opkijken

'Ik ben redelijk direct', geeft Paul toe. 'In de studio is geen tijd om te "pussy fucken". Met andere woorden: je kunt niet constant met elkaars gevoelens bezig zijn. Als Steven en ik het ergens over oneens waren, dan konden we daar direct over discussiëren. Geen enkele artiest heeft baat bij een te lieve producer die overal mee instemt. Opnemen zou een intens proces moeten zijn. Een beetje wrijving is dus juist goed. En een artiest moet het vuur durven te betreden en niet bang zijn om zijn vingers te branden.'

Het volledige studioverhaal over Steven Wilson/To The Bone lezen en heel veel andere interessante artikelen voor muzikanten doorspitten? Bestel Musicmaker #449, oktober 2017 (tot 25 oktober zonder verzendkosten én zonder verplichtingen) hier!

zoeken
zoeken